Stilte: Blijf stil; zeg alleen "schaak", "schaakmat", bied remise aan of geef op.
Respect: Schud elkaar de hand voor en na de partij, wees sportief en leid anderen niet af.
Stel Remise voor in eigen speeltijd.
Het aankondigen van "Schaak" is beleefdheid, niet verplicht.
Touch-Move: Raak je een stuk aan, dan moet je het verplaatsen (indien toegestaan).
Raak je een stuk van de tegenstander aan, dan moet je het slaan (indien toegestaan).
Gebruik dezelfde hand om een stuk te verplaatsen en op de klok te drukken.
Schaakklok staat links van wit. Time control: 20"+5'.
Zeg "J'adoube" (ik pas aan) voordat je een stuk aanraakt om het te centreren.
Opgeven: Zeg "Ik geef op" om de partij te beëindigen.
Elektronische apparaten (telefoons, enz.) zijn verboden tijdens het spel; overtreding betekent verlies van de partij.
Contact met de toernooileider: Neem bij geschillen of vragen over de regels direct contact op met de toernooileider; wacht niet.
Winst: Schaakmat, tegenstander geeft op , tijd op.
Remise (Gelijkspel): Patstelling, overeenstemming, drievoudige herhaling, 50-zettenregel, onvoldoende materiaal.
Puntentelling: Winst = 1 punt, Remise = 0,5 punten, Verlies = 0 punten.
Indeling: Spelers worden ingedeeld tegen anderen met een vergelijkbare score (Swiss System).
Tiebreaks: Worden gebruikt voor de eindrangschikking bij een gelijkstand.
TB1 = Tegenstander winst percentage.
TB2 = Meeste spellen met zwart.